Afbeelding

Huil maar, dat lucht op

Column

“Opa slaapt en hij wordt nooit meer wakker”, zei het meisje, terwijl ik de gang in liep. Ze had de deur voor me opengedaan en keek me met haar grote blauwe ogen aan. Een tikkeltje eigenwijs, haar wijsvinger tegen haar mond. “Doe maar zachtjes, oma is heel verdrietig”, fluisterde ze. Ik hing mijn jas aan de kapstok en vroeg haar hoe oud ze was. “4 en in januari word ik 5 jaar.” Haar hoofd iets schuin opgeheven, haar blik onderzoekend op mij gericht. “Wat kom je doen?”, vroeg ze. “Voor opa zorgen en met oma praten”, was wat in me opkwam. Dat leek haar te bevallen, want ze deed de deur van de gang naar de woonkamer open en introduceerde me bij haar ouders en oma die aan tafel zaten. 


Op het bed bij het raam lag opa. Alsof hij sliep. Ik vroeg me af hoe ik haar uit zou leggen dat mensen die overleden zijn, niet slapen. Uit de praktijk van ons beroep ken ik de verhalen van kinderen die niet durfden te gaan slapen. Bang om niet meer wakker te worden. Voor ik iets kon zeggen, pakte ze mijn hand. Samen liepen we naar het bed. Ze ging op haar tenen staan om opa’s hand te pakken. “Zie je wel”, zei ze. “Opa is dood. Dat lijkt op slapen, maar is heel anders.” Bevestigend zei ik: “Inderdaad.” Waarop het meisje zei: “Ja, want als je dood bent, klopt je hart niet meer. Je wordt dan nooit meer levend en iedereen is dan verdrietig.” Ze keek peinzend naar oma. Alsof ze een probleem moest oplossen. Dit kleine meisje met haar grote gedachtes. Ze probeerde zo goed als ze kon woorden te geven aan de situatie, om er grip op te krijgen. Zoals we dat allemaal proberen, beheersbaar te maken wat ons overkomt als een naaste overlijdt. Dezelfde processen, een andere fase, een andere vorm, andere woorden.

“Ik weet er al veel van hoor”, zei ze. “Ons paard Bolder is ook doodgegaan. Die is al naar de hemel gebracht met de shovel. Opa nog niet, die gaat later in een kist met een hele mooie auto. En als hij er dan is, is Bolder daar ook. Dan is hij niet alleen.” Ze beet op haar lip en begon zachtjes te huilen. Stilletjes stonden we samen aan opa’s bed. Huil maar lief kind, huil maar. Dat lucht op.

Nicole Duivenvoorde
Uitvaartbegeleidster die rouw vangt in woorden

Digitale krant